Hereditas Historiae
/

Website hosted by Irène Diependaal to foster some historical knowledge necessary to understand our present times

Een gesprek over Emma


In maart en april 2014 voerden Piet van de Breevaart en Irène Diependaal gesprekken over Emma - Hoedster van Wilhelmina's erfenis.* 




Waarom ben je aan een monografie over koningin Emma begonnen?

Het regentschap van koningin Emma vormde een belangrijke fase in de ontwikkeling van het Nederlands koningschap. Historici hebben Emma tal van kwaliteiten toegeschreven, maar nauwelijks gekeken naar wat Emma's rol precies was in deze belangrijke fase van de Nederlandse geschiedenis. Historici zijn er tot dusverre van uit gegaan dat Emma met een zekere “agenda” pro-actief het Nederlandse monarchale stelsel wilde hervormen. Ik stuitte via primaire bronnen echter steeds op een Emma die wat betreft persoonlijkheid niet paste bij de haar toegeschreven prestaties. Er klopte dus iets niet. Via een uitgebreid bronnenonderzoek en synthese van bestaande literatuur heb ik proberen aan te tonen dat Emma vooral reageerde op de omstandigheden. Zij was niet zozeer bezig met het verdedigen van de Nederlandse staatsvorm (het monarchale stelsel) als wel met de plaats van de Oranjes binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Als gevolg van haar verstandige optreden als regentes en opleider van Wilhelmina diende Emma indirect wel het Nederlandse monarchale systeem.

Het ging mij dus niet zozeer om de persoon van Emma, als wel om de moeilijke situatie waarin zij zich bevond tijdens haar regentschap. Het boek is daarom nadrukkelijk geen biografie over koningin Emma, maar een boek over de “Oranje-erfenis” die zij acht jaar lang onder haar hoede had. Door hier nader naar te kijken: de afwijking van het Nederlandse koningschap in vergelijking met buitenlandse modellen komt aan het licht terwijl tegelijkertijd de contouren van het hedendaagse koningschap begrijpelijker worden. Nederland was altijd een “republiek van rivaliteiten” geweest met stadhouders die slechts uit één vorstelijke dynastie werden gerekruteerd. De Oranjes hadden een semi-monarchale positie kunnen opbouwen binnen een republikeins bestel maar kwamen van tijd tot tijd in botsing met het leden van regentenpatriciaat. In 1814 en 1815 was Nederland een “monarchie van rivaliteiten” geworden: families uit het oude regentenpatriciaat waren desgewenst in de adelstand verheven, maar spanningen met leden uit de sociale elite en een strijd om politieke macht en invloed bleef. Als gevolg van de Republiek had Nederland een zelfverzekerde sociale elite en botsingen tussen individuen konden daarom niet uitblijven zonder dat er politieke conflicten ontstonden. Ieder streven naar machtsuitbreiding van de Oranjes of de schijn daarvan kon desastreuze effecten hebben. In 1814-1815 werd Nederland, binnen een internationale restauratiegolf van oude rechten van koninklijke en vorstelijke dynastieën en met medewerking van de internationale mogendheden, een koninkrijk waarin noord en zuid verenigd werden. Twee eeuwen republikeinse traditie en verworvenheden uit de Franse periode lieten zich echter niet zo maar uitwissen. De eerste honderd jaar van het Koninkrijk der Nederlanden zijn daarom bepaald roerig te noemen: de nieuwe staat moest zich zelf in de eerste jaren van het koninkrijk opnieuw uitvinden onder leiding van een dynastie die twintig jaar lang letterlijk en figuurlijk uit beeld was geweest.

De rol van koningin Emma als regentes behoort daarom in deze historische context te worden geplaatst. Emma moest acht jaar lang de belangen van de Oranje-dynastie dienen door de positie van de Oranjes te verdedigen waar zij kon en tegelijkertijd haar dochter opleiden voor het koningschap. Zij streefde daarom naar continuïteit, maar moest situatiegericht ook afwijken van het voorbeeld van haar echtgenoot omdat dit in het belang van haar dochter was. Juist tijdens de herdenking van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden was een historische reconstructie als deze daarom in mijn ogen een belangrijke toevoeging op bestaande literatuur. Daarom is veel moeite gedaan om de dissertatie in november 2013 te verdedigen en in boekvorm te laten verschijnen.

 

Was het je voornemen om op deze studie te promoveren? 

Nee, dit is nadrukkelijk maatwerk geweest met het oog op de viering van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden. Het idee was afkomstig van Remieg Aerts, op dat moment kandidaat voor het tweede promotorschap. Het idee vond weerklank bij Hans Blom, die reeds gevraagd was als regisseur van het promotieproject op te treden. Ik houd me vooral bezig met de Britse monarchie en geschiedenis. Ik kijk binnen het Nederlandse koningschap vooral naar overeenkomsten en verschillen met de Britse ontwikkeling. Het Britse koningschap is immers het archetype van de moderne constitutionele monarchie. Dit is het enige “model” dat de Eerste Wereldoorlog heeft weten te overleven. Het leuke is dat een Oranje cruciaal is geweest binnen de Britse monarchale ontwikkelingen.

Dit is een afscheiding van een groter onderzoek, maar er is wel veel aanvullend archiefonderzoek voor gedaan. Vanuit zelf gekozen perspectieven moest ik reeds bestaand onderzoek gaan ordenen en losse eindjes verder uitzoeken. Het is alle hens aan dek geweest om nog op tijd klaar te zijn. Ik was uiteindelijk ook gedwongen om het boek in eigen beheer uit te laten geven omdat zaken binnen de wetenschappelijke wereld traag en vooral gecompliceerd werken. Tegen de tijd dat het proefschrift was goedgekeurd, per 2 september 2013, was er geen tijd meer voor een handelseditie bij een commerciële uitgever. Het boek is nu een paar dagen na de verdediging van het proefschrift – 5 november 2013 – uitgekomen. Het heeft alleen weinig attentiewaarde gekregen omdat de media gericht waren op het uitkomen van de koningsbiografieën aan het einde van de maand. Die werden met zware marketingtechnieken in de markt gezet. Door mijn boek te vergelijken met de koningsbiografieën blijkt vanzelf dat mijn onderzoek dieper en breder gaat en dat veel “onthullingen” uit de koningsbiografieën oud nieuws waren of niet eens waargemaakt konden worden. Dit boek is voor mij een financieel offer geweest omdat professionele uitvoerders een prijskaartje hebben bij een spoedklus en verspreiding via het Centraal Boekhuis duur is. Ik ben wel blij dat ik niet een half jaar gewacht heb totdat een commerciële uitgever de capaciteit had om het uit te geven. Nu kan iedere lezer tenminste zelf gaan vergelijken en oordelen.

 

Jij noemt haar de hoedster van Wilhelmina’s erfenis: was dat haar voornaamste functie?

Het ligt eraan vanuit welke optiek je er naar kijkt. Ik heb “erfenis” benaderd vanuit het Engelse legacy-begrip: een complex aan waarden, tradities, problemen, materiële zaken dat van een voorouder of voorganger wordt overgedragen op een volgende generatie. Vanuit deze opvatting bekeken was koningin Emma niet alleen de hoedster van een erfenis van de Oranjes in positieve zin, namelijk het Nederlandse koningschap. Zij kreeg ook te maken met diverse legacies in negatieve zin. Haar echtgenoot had de Grondwetsherziening van 1848 nooit willen accepteren en had na vele conflicten met ministers veel mogelijkheden tot politieke invloed verloren. Bovendien was het sociale prestige ondermijnd door het schandaleuze optreden van Willem III en zijn zonen.

Bekeken vanuit het perspectief van de onderdanen: Emma moest als regentes en voogdes de belangen van de Nederlandse staat en haar ingezetenen dienen. Emma heeft deze functies succesvol vervuld, maar het verliep niet probleemloos. De wetten op het regentschap van 1884 en de voogdij van 1888 hebben precies Emma’s rol gedefinieerd vanuit de optiek van de Nederlandse volksvertegenwoordiging. Het ging om het waarnemen van de regering tijdens de minderjarigheid van Wilhelmina. In de praktijk ging het om zorgen dat de staatsmachine draaiende bleef: ondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten. Emma ontving alle ministers iedere twee weken op audiëntie omdat zij formeel in naam van Wilhelmina regeerde. Emma diende daarom “geïnformeerd” te worden. De negatieve erfenis van Willem III liet zich al snel gelden via een aantal politieke conflicten. Juist bij kabinetswisselingen werd de negatieve erfenis cruciaal: ministers konden tijdens een kabinetsrit langs Emma heen werken, maar waren van haar afhankelijk bij benoeming en ontslag. In mijn onderzoek ben ik onder meer bij toeval gestuit op de reden waarom Emma de procedure ontwierp bij kabinetsformaties die pas een paar jaar geleden is losgelaten.

Als voogdes was Emma verantwoordelijk voor het opleiden van koningin Wilhelmina en praktisch voorbereiden op het regeren. Emma kreeg daarbij assistentie van een “Raad van Voogdij”. Dit was het gevolg van een grondwettelijke bepaling, maar ook omdat zij als onervaren vrouw uit een klein Duits vorstendommetje niet helemaal werd vertrouwd. Wij kijken in onze moderne tijd naar Waldeck en Pyrmont als twee kleine, landelijke plaatsjes in een rustig en stabiel Duitsland. In de negentiende eeuw was de situatie heel anders. De twee mini-staatjes Waldeck en Pyrmont stonden onder politieke voogdij van het militaristische regime in Berlijn. Emma’s broer Friedrich, regerende vorst van Waldeck en Pyrmont tijdens het regentschap, diende formeel als militair officier onder keizer Wilhelm II. Hij heeft actief gediend tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De Raad van Voogdij was er om Emma te begeleiden bij de opvoeding van Wilhelmina en om erop toe te zien dat zij op verstandige manier om ging met de staatstoelage en het financieel vermogen dat Wilhelmina van haar vader, Willem III had geërfd. Met name over financiële zaken heeft zij menig conflict gehad met de Raad van Voogdij. Emma wilde waar mogelijk vorstelijk vertoon, terwijl de Raad van Voogdij – prominente leden uit de politieke elite – letterlijk en figuurlijk wat meer op de centjes letten en het allemaal minder praalrijk en militaristisch wilden.

Emma hield zich keurig aan de letter van deze wetten van regentschap en voogdij en de interpretatie zoals besproken bij de officiële rechtsgang door het parlement, maar probeerde wel de grenzen uit tijdens haar regentschap. Familiebezoeken, vooraf goedgekeurd door de Raad van Voogdij, wilden buiten zicht van de Nederlandse politici nog wel eens met meer ceremonieel plaatsvinden dan de Raad van Voogdij waarschijnlijk wenselijk had geacht. Haar conflicten met ministers en Raad van Voogdij hebben daardoor tot opvallende uitkomsten geleid die het koningschap in de twintigste eeuw nog altijd sterk beïnvloedden.

Emma liet zich daarnaast leiden door een sterk dynastiek besef: zij was de hoedster van Oranje-tradities. In navolging van eerdere Oranjes trok zij daarom met Wilhelmina door het land om “de band tussen Oranje en volk” te bevestigen. Ook hield zij strak vast aan militaire tradities en benadrukte zij in woord en gebaar de historische rol van de Oranjes als voorvechters van geloofsvrijheden. Mede vanwege de nijpende problemen rond de huisvesting van archieven en dynastieke memorabilia van de Oranje-dynastie liet Emma het huidige pand van het Koninklijk Huisarchief verrijzen in de tuinen van Paleis Noordeinde. In dit pand wordt de erfenis van de Oranjes letterlijk gehuisvest en de - deels religieus geïnspireerde - missie van Emma via veel symbolen geconcretiseerd.

 

Hoe ervoer jij haar als mens en als vrouw tijdens jouw speurtocht in de archieven?

Het probleem is dat er zo weinig bronnen zijn overgeleverd waarin Emma zelf aan het woord komt. Emma heeft censuur toegepast op de privéstukken die zij in het Koninklijk Huisarchief liet deponeren. Vroeger was de gewoonte dat brieven werden teruggestuurd naar de afzender na de dood van de geadresseerde. In het Koninklijk Huisarchief bevinden zich brieven van haar hand aan familieleden en buitenlandse vorsten, maar zij gaan bijna allemaal over de opgroeiende Wilhelmina of zijn uitermate oppervlakkig van inhoud.

Ik heb vooral moeten zoeken in buitenlandse archieven naar egodocumenten waarin de persoon van Emma zelf tot leven komt. Tezamen met de beschrijvingen van tijdgenoten: ik vond een vrouw die bewust maskers opzette. De vrouw in haar privé-appartement die brieven schreef aan haar familieleden was duidelijk anders dan de vrouw die dagelijks omringd was met sociaal ondergeschikten als hofdames en hofpersoneel of juist met een zekere nederigheid correspondeerde met koningin Victoria. Ik heb een vrouw in beeld gekregen die bevoogdend kon zijn binnen de familiekring en zich soms te hooghartig opstelde ten opzicht van sociaal lager geplaatsten binnen de verfijnde sociale hiërarchie van haar tijd. Boven alles was Emma een vrouw die situatiegericht handelde en daarbij goed haar doelen op de korte termijn in het oog hield. Daarom was het voor mij belangrijk om de situaties centraal te stellen waarin Emma terecht kwam.

Emma komt via de bronnen naar voren als een doortastende vrouw met veel wijsheid in de zin van common sense. Zij was zeer religieus, maar maakte een sterk onderscheid tussen haar private belijdenis en haar publieke rol als regentes. Haar piëtistische instelling is wel – als aanvulling op de internationale adelscode van die tijd – een verklaring voor haar sterke plichtsbesef. Wilhelmina heeft haar moeder omschreven als een vrouw die zichzelf wegcijferde voor anderen. ‘Ik zie moeder voor mij als een beeld van nederigheid en plichtbesef, als iemand, die niets van zichzelf dacht en bij wie alles erop gericht was te dienen. Zij heeft heel haar leven door gewerkt, was altijd bezig en toonde daarbij, dat zij veel zedelijke moed bezat. Van kindsbeen af heb ik dagelijks deze eigenschappen kunnen waarnemen en van haar voorbeeld heb ik veel geleerd. Toen ik iets ouder was, dreef zij altijd de spot met hoogmoed, ijdelheid en het zich verhovaardigen of op iets laten voorstaan. Er is geen gesel zó striemend als de spot, vooral bij jongeren. Duidelijk herinner ik mij onze gesprekken over de hoge eisen die zedelijke moed stelt, over het offer en de zelfverloochening die deze vraagt.’ In de bronnen heb ik vooral aanwijzingen gezien dat Emma zichzelf wegcijferde voor het belang van de dynastie waarin zij getrouwd was en na 1890 voor het belang van haar dochter. Zij gaf haar dochter een zeer strenge opvoeding: niet om Wilhelmina haar toekomstig geluk te ontnemen, maar om haar klaar te stomen voor haar belangrijke taak als erfgenaam van de Oranje-dynastie.

Een visionaire, intellectueel georiënteerde vrouw: dat was Emma niet. Koningin Sophie was dit wel geweest en gold tijdens het regentschap nog altijd als de modelkoningin. Emma probeerde duidelijk Sophie te imiteren maar stond daarbij voor het dilemma dat het huwelijk tussen Willem III en Sophie rampzalig slecht was geweest. Zij kon dus maar tot op zekere hoogte dit voorbeeld volgen. Het is waarschijnlijk moeilijk voor Emma geweest om tegen de geest van een vrouw op te boksen die zij nooit persoonlijk gekend heeft en tegelijkertijd zichzelf te blijven in alle vergelijkingen die de buitenwereld bewust of onbewust trok. Het is waarschijnlijk de diepere verklaring waarom Emma maskers opzette voor de buitenwacht en zodanig strak vasthield aan een koninklijk protocol dat het ongeloofwaardig werd. Wilhelmina schetst een beeld in haar memoires: eenzaam maar niet alleen moesten zij en haar moeder zich staande zien te houden. Twee koninginnen tegenover een buitenwereld die zij niet kenden maar wel voorzichtig moesten verkennen.

Emma was een totaal andere persoonlijkheid dan ik zelf ben. Ik denk echter dat iedere vrouw – en man – medelijden krijgt vanwege de geïsoleerde positie waarbinnen zij moest handelen en een zekere bewondering voor haar moet krijgen hoe zij acht jaar lang haar mannetje stond. Ik heb de feiten en meningen van tijdgenoten voor zichzelf laten spreken. Daarmee komt de prestatie die Emma geleverd heeft het beste tot haar recht.

 

Willem III was oud, Emma jong: Heb je enige spanning in dat huwelijk ervaren?


Ieder huwelijk kent spanningen. Zeker een huwelijk met ongelijkheden als deze: een – in vorstelijke termen – berooide vrouw van bescheiden komaf trouwde met een veel oudere man met een hogere sociale positie. Willem III was daarnaast een zeer moeilijke persoonlijkheid voor zijn naaste omgeving. Bovendien was de koning in zijn laatste levensjaren zwaar ziek als gevolg van een nieraandoening. Hij had veel pijn en reageerde dat af op zijn omgeving. Als gevolg van de nierziekte werd hij bovendien psychotisch. Omdat hij altijd al een lastig man was geweest: mensen, met name degenen die hem niet goed kenden, speculeerden openlijk over een geestesziekte die structureel van aard zou zijn. De grote sociale verschillen van die tijd gaven voer aan dit soort speculaties. Willem III was een man die zich altijd liet voorstaan op zijn positie van koning. Hij had openlijk lak aan sociale conventies: daar stond hij naar eigen gevoel boven. De combinatie zorgde voor veel speculaties tijdens de huwelijksjaren met Emma. Emma zal het daar niet gemakkelijk mee hebben gehad. Zij wilde graag de schone schijn ophouden zoals het vorstelijke personen betaamde, maar had een echtgenoot die daar anders over dacht en zich ook steeds meer ongeregeld ging gedragen. De relatie tussen Emma en Willem III was echter over zijn algemeenheid goed. Emma kende haar plaats binnen de patriarchale verhoudingen die Willem III en de tijdsgeest haar oplegden. Anders dan koningin Sophie, een geboren koningsdochter uit Württemberg en een vrouw met veel internationaal aanzien, provoceerde Emma echtgenoot niet. Willem III hield oprecht van Emma en uit citaten van haar naaste medewerkers blijkt dat Emma op haar eigen wijze ook van Willem III hield. Zij rouwde in ieder geval oprecht om hem na zijn dood en wilde nadien nooit een kwaad woord over hem horen. Wilhelmina werd zelfs opgevoed met een verering voor haar vader die historisch niet helemaal terecht was.




* Piet van de Breevaart was in 2014 hoofdredacteur van Protestants Nederland. Deze schriftelijke beantwoording van vragen vond plaats in april 2014 tussen twee mondelinge interviewronden. In Protestants Nederland, nummer juni-juli 2014, werd een deel van dit interview gepubliceerd. 


Afbeeldingen:

Emma van Waldeck-Pyrmont in 1878, door Eleonor Bell. Bron: Gogmsite.net.

Dubbelportret van koningin Emma en koningin Wilhelmina. Verzameling prentbriefkaarten Nederlands Vorstenhuis (1900-1970), Koninklijke Bibliotheek. Bron: Het geheugen van Nederland. 

Het koninklijk wapen van het Koninkrijk der Nederlanden. Johannes Evert van Leeuwen (1855-1931). Bron: Wikipedia.  

Het Duitse Rijk aan het begin van de twintigste eeuw, met  Waldeck en Pyrmont ingetekend in de kaart. Auteur: David Liuzzo/IEG-maps, Universiteit van Mainz, 2008. Bron: Wikipedia.

Friedrich, Vorst van Waldeck en Pyrmont in 1907. Friedrich was de broer van koningin Emma. Foto: Erich Sellin, Berlijn. Copyright: Wartenberg Trust. Bron: Wikipedia.

Georg Viktor (1831-1893), Vorst van Waldeck en Pyrmont. Vader van koningin Emma. Bron: Wikipedia.

Koningin Emma en koningin Wilhelmina in 1890. De kleding is die van diepe rouw. Dit officiële portret werd door koningin Emma naar buiten gebracht om te kunnen dienen voor de vrije verkoop. Via het stempel "origineel" was duidelijk dat het een legale kopie betrof die de klant kocht. Copyright: Haags  Gemeentearchief.

Koningin Sophie, de eerste echtgenote van koning Willem III, in 1863. Portret van Franz Xaver Winterhalter (1805-1873). Bron: Wikipedia.

Historische ansichtkaart van het Emma-monument in Den Haag.