Hereditas Historiae
/

Website hosted by Irène Diependaal to foster some historical knowledge necessary to understand our present times

de Volkskrant (opiniepagina), 17 augustus 1996


Laat prins Willem-Alexander toch zijn eigen rol kiezen


Inmiddels is de discussie opgelaaid of het gepast is dat de troonopvolger zich als een 'gewone jongen' enthousiast toonde over de Nederlandse overwinningen in Atlanta. De laatste weken meldden zich voorstanders, tegenstanders en commentatoren die vonden dat Willem-Alexander het 'juiste midden' dient te vinden. Echter, nadere beschouwing leert dat Willem-Alexander niet zo ver van dat midden verwijderd is. 

Over het wezen en de functie van de monarchie bestaan geen regels. De enige die zich ooit opwierp als theoreticus van de monarchie was de Britse journalist Walter Bagehot. Hij schreef in een tijd dat het koningschap nog een zekere sacrale uitstraling had, en schreef zijn theorieën op het moment dat de Britse troon werd bezet door een bejaarde vrouw - koningin Victoria - die met geen tien paarden haar paleis uit te krijgen was, en die zich narrig op foto's liet vereeuwigen als dit per se moest. Verder keek Bagehot naar een kroonprins (de latere koning Edward VII), die tijdens zijn moeders regering voornamelijk opviel door zijn voorliefde voor het theater en het vrouwelijk schoon. Bagehot schreef daarom niet over de 'relatie met media en publiek', maar over de bevoegdheden van de vorst in een tijd van toenemende parlementaire macht en democratisering waarin voor een vorst met reële macht steeds minder plaats was. 

Nederland heeft nooit theoretici over de monarchie gekend; er bestaan alleen (gewoonte)regels omtrent de positie van de vorst. Als gevolg van deze betrekkelijke leemte is het koningschap - los van de grondwettelijke positie en voorschriften - vooral iets dat voortkomt uit traditie, de tijdgeest en de persoonlijkheid en keuzen van degene die de functie vervult. De korte geschiedenis van de Nederlandse monarchie laat zien dat ieder zijn eigen opvatting van 'koninklijkheid' uitdroeg. Koningin Beatrix' opvatting van het koningschap komt, in vergelijking met haar voorgangers, het meest in de buurt van die van de regenteske 'oorlogskoningin' Wilhelmina. 

De huidige koningin heeft bewust gekozen voor een afstandelijke benadering; zij staat er om bekend dat zij zich ook in persoonlijke contacten met een besloten karakter laat aanspreken met Majesteit en 'u'. Haar openbare optredens kenmerken zich enerzijds door oprechte belangstelling en betrokkenheid, anderzijds door een onzichtbare muur tussen 'ik' en 'zij'. Haar moeder daarentegen, hield van meer informele bijeenkomsten en had een moederlijke uitstraling die uniek was in de Nederlandse geschiedenis.

Het is aan de kroonprins zelf hoe hij zijn 'koninklijkheid' wil uitstralen. Los van zijn eigen keuzen wordt hij gedicteerd door de tijdgeest die heel anders is dan toen zijn moeder en grootmoeder de troon bestegen. De huidige tijd wordt gekenmerkt door een vergaande mate van informaliteit. De klassenmaatschappij heeft grotendeels plaatsgemaakt voor onderscheid naar opleiding, en is daardoor veel dynamischer dan de samenleving waarin Beatrix begin jaren zestig haar weg moest zoeken. 

Bovendien doet Willem-Alexander er goed aan naar het buitenland te kijken. Over de desastreuze gevolgen van de Britse tegenstelling tussen volledige afstandelijkheid en filmsterrenpopulariteit, hoeft weinig meer gezegd te worden. Interessanter zijn daarom andere landen met een sterke publicitaire positie van de vorst: Spanje en Zweden. In twintig jaar tijd heeft de Spaanse vorst zich onmisbaar gemaakt door de juiste politieke houding te kiezen in de prille democratie, en vooral door enerzijds een terughoudende en anderzijds een 'gewone' houding aan te nemen. Ook de Spaanse kroonprins is geliefd vanwege zijn 'nette' gedrag en sportieve alsmede studieuze prestaties. De negentienjarige Zweedse kroonprinses is zeer geliefd in eigen land omdat zij spontaan en goedlachs is en tevens omdat zij mooi, charmant en goed lijkt in alles wat zij onderneemt. 

Willem-Alexander kan beter naar zijn buitenlandse collega's kijken dan naar zijn moeder, ook omdat zijn staatsrechtelijke positie gewicht verliest. Door de steeds groter wordende rol van de minister-president is de koning niet langer de vertegenwoordiger van de 'Kroon' bij uitstek. Bovendien zorgt de Europese eenwording voor een uitholling van de Nederlandse parlementaire macht en in het bijzonder van de constitutionele rol van de monarch. Ten slotte staat de macht van de koning(in) bij kabinetsformaties ter discussie. 

Het is maar de vraag of Willem-Alexander dezelfde, aan democratische controle onttrokken, invloed zal krijgen als zijn moeder nu heeft, of dat hij zich zal voegen bij zijn Spaanse en Zweedse collega's: geen directe politieke invloed, maar wel nog een functie als het symbool van de natie. Bovendien is er een belangrijke reden voor Willem-Alexander om te kiezen voor een meer spontane en 'gewone' rol: degenen die het koningschap dragen, stellen het op prijs. Uit recent NIPO-onderzoek blijkt dat 81 procent van de Nederlandse bevolking positief staat tegenover de wijze waarop de kroonprins blijk gaf van zijn vreugde. En let wel: ook Beatrix heeft moeite gehad om in haar huidige, tamelijk kritiekloze, rol te komen en steeds zijn er mensen die terug verlangen naar de tijd van Juliana. Willem-Alexander is wellicht te ver gegaan, maar dat betekent nog niet dat hij een mannelijke kopie moet worden van zijn moeder: zijn koningschap wordt hoogstwaarschijnlijk anders wat betreft staatsrechtelijke inhoud, het past straks minder hij de steeds weer veranderende samenleving en zeer belangrijk, het past waarschijnlijk niet bij zijn persoonlijkheid. En wie wil nu een koning waar de dwangmatigheid vanaf druipt?